Opstaan uit bed
Als ik in de ochtend wakker word, dan moet ik doorgaans naar het toilet. Ik moet dan eerst de dekens van mijn benen afgooien, want de kracht in mijn benen is onvoldoende om ze op te trekken tegen het gewicht van het zomerdekbed in (mijn bed staat in de huiskamer!). Daarna moet ik mijn benen buiten boord duwen, ook dat doen ze namelijk niet meer op eigen kracht (ik moet ze dus letterlijk een handje helpen). Het feit dat mijn hoofdeinde omhoog kan en dat mijn leenbed een zogenaamde 'papagaai' heeft maken dit deel van de exercitie gelukkig iets gemakkelijker. Terwijl ik bovenstaande doe schieten eerst mijn benen en daarna de rest van mijn lijf bijna standaard enkele malen spontaan in een soort van kramp, gelukkig gevolgd door ontspanning. Soms maken mijn benen daar ook nog schokkende bewegingen bij, zodat het eruit ziet alsof mijn onderlijf een partiële epileptische aanval heeft. Ik moet me op dergelijke momenten ook goed vasthouden opdat ik niet van mijn bed stuiter.Als ik eenmaal na veel inspanning op de rand van mijn bed zit doe ik minimaal mijn schoenen aan (over mijn blote voeten) om te voorkomen dat ik uitschuif op de plavuizen als ik ergens zou gaan staan. Vervolgens hop ik van het voeteneinde van mijn bed over naar mijn rolstoel (dat klinkt eenvoudig, maar de werkelijkheid is weerbarstiger), zet de opzij geklapte voetsteunen terug in de vaste stand en til vervolgens één voor één met mijn handen mijn benen op om mijn voeten op de steunen te zetten. Na het vastzetten van de eventueel omhoog geklapte armleuningen ben ik 'ready for take off'. Oeps ... bijna mijn telefoon laten liggen op het tafeltje bij mijn bed (niet handig als er iets mis gaat), dus even in de achteruit en dan kan ik eindelijk gaan.
Les 1: het duurt bij een rolstoeler vele malen langer om uit bed te komen dan bij een normaal functionerend lijf.
Les 2: opstaan uit bed is soms een frustrerend gevecht, dus neem het de rolstoeler niet kwalijk als hij 's ochtends een betje humeurig is.
Naar het toilet gaan
Eenmaal in de rolstoel gezeten is de rit naar het toilet een peulenschil. Doordat ik een ruime hal heb, kan ik gemakkelijk de deur naar het toilet wijd open doen en daar recht naar binnen rijden zonder moeilijke manouvres. Ik rijd zover mogelijk naar binnen totdat de voetsteunen de pot raken, dan gaat de rem erop, til ik mijn voeten van de steunen, klap ik de steunen opzij, doe ik de remmen weer los en rijd daarna nóg verder naar binnen totdat de zitting van de rolstoel bijna tegen de toiletpot aan staat. Dan gaat de rem er weer op en sta ik in de minst slechte positie om de overstap te maken.
Ik heb overigens het geluk dat in mijn huis de toiletpot niet tegenover de deur staat, maar parallel eraan, waardoor ik deze van de zijkant benader. Ik hoef dus slechts een kwart slag te draaien i.p.v een halve slag. Daarbij heb ik ook nog eens rondom houvast aan het muurtje van de ingebouwde stortbak, het hoekwastafeltje, het deurkozijn en/of de leuning van de rolstoel. Alsof mijn toilet voor rolstoelers ontworpen is.
Op de pot terecht komen kan op twee manieren:
1. Ik sta op met mijn handen op de armleuningen van de rolstoel. Op dat moment voel ik al in mijn benen en/of onderbuik of deze methode gaat lukken. Zo nee, dan stap ik over op methode 2, zo ja dan pak ik mijn rechterhand over naar het wastafeltje en mijn linker naar het muurtje van de stortbak. Ik draai vervolgens een kwart slag door met mijn voeten te schuiven en mijn handen te verplaatsen naar het deurkozijn (rechts) en wastafeltje (links). Vervolgens zet ik mijn kuiten tegen de pot als extra ondersteuning en doe met één hand mijn broek en onderbroek omlaag en laat me zakken op de pot met mijn rechterhand op de armleuning van de rolstoel.
2. Als het opstaan vanuit de rolstoel niet lukt, dan ga ik terug zitten, doe de armleuningen van de rolstoel omhoog en schuif over van de rolstoel naar de toiletpot. Ik heb mijn broek dan overigens nog gewoon aan, maar vanuit deze positie lukt het me tot nu toe nog wel om even te gaan staan met mijn kuiten tegen de pot, waardoor ik alsnog mijn broeken omlaag kan doen.
Als ik klaar ben trek ik mijn broeken alvast zover als mogelijk op, kom vervolgens met veel moeite overeind tot sta-positie en trek dan mijn onderbroek omhoog (dat laatste is nog knap lastig omdat ik me minimaal met één hand moet vasthouden). Daarna herhaal ik dat voor mijn sportbroek met elastieken band, waarbij de kans groot is dat deze in de tussentijd alweer op mijn enkels gezakt is en ik dus opnieuw moet gaan zitten op het toilet.
Tot slot laat ik me zijwaarts in mijn rolstoel zakken en voer ik de handelingen in omgekeerde volgorde uit als bij het erin rijden.
Les 3: Weet dat het voor een rolstoeler niet vanzelfsprekend is om bij anderen op bezoek te gaan als hij het huis niet (of juist wel) kent.